- Start
- Bestanden overzetten
- Optiepanelen in Nikon Transfer 2
- Het paneel [Voorkeuren]
Grootte lettertype
- K
- M
- L
Het paneel [Voorkeuren]
Stel in het paneel [Voorkeuren] de opties in met betrekking tot het starten en afsluiten van Nikon Transfer 2 of voor het opslaan van aanpassingsbestanden van de overgezette beelden.
1
[Gegevens toevoegen tijdens het overspelen]
Selecteer deze optie om aanpassingsbestanden afzonderlijk van de beeldbestanden op te slaan. De volgende instellingen voor [XMP/IPTC-voorinstelling] en [Score voor origineel bestand niet wijzigen (alleen bij ondersteunde camera's)] zijn beschikbaar.
[XMP/IPTC-voorinstelling:]
De geselecteerde XMP/IPTC-voorinstelling wordt weergegeven. Klik op om de geregistreerde XMP/IPTC-voorinstellingen weer te geven.
Klik op [Bewerken...] om een nieuwe XMP/IPTC-voorinstelling aan te maken of de huidige voorinstelling te bewerken.
[Score voor origineel bestand niet wijzigen (alleen bij ondersteunde camera's)]
Selecteer deze optie om prioriteiten te geven aan de scores die op de camera werden ingesteld.
2
[Alleen nieuwe bestanden overspelen]
Als deze optie geselecteerd is, worden bestanden die reeds werden overgezet niet opnieuw overgezet wanneer u op de knop [Overspelen starten] klikt. Deze optie is standaard ingeschakeld.
[Datum en tijd van de camera synchroniseren met de klok van de computer wanneer de camera wordt aangesloten (alleen bij ondersteunde camera's)]
Als deze optie is geselecteerd, wordt de cameraklok automatisch gesynchroniseerd met de computerklok wanneer de camera wordt aangesloten. U kunt ook op [Synchroniseren] klikken om de cameraklok onmiddellijk te synchroniseren met de computerklok wanneer de camera wordt aangesloten. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een camera die de tijdsinstelling via een computer ondersteunt, wordt aangesloten met behulp van MTP/PTP (PTP).
Wanneer in Mac OS een andere instelling dan [Gregoriaans] is geselecteerd in [Kalender:] in [Taal en regio] in [Systeemvoorkeuren], kan de cameraklok niet worden gesynchroniseerd met de computerklok.
[Naar de andere sleuf overschakelen na het overspelen]
Als deze optie geselecteerd is, verschijnt, na het overzetten van bestanden van de eerste kaart, een melding op het scherm om bestanden van de tweede kaart over te zetten. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer een camera met twee kaartsleuven op de pc is aangesloten met behulp van MTP/PTP (PTP).
3
[Verbinding automatisch verbreken na het overspelen]
Als deze optie geselecteerd is, wordt het bronapparaat automatisch verwijderd van het systeem wanneer het overzetten voltooid is. Deze optie is standaard ingeschakeld.
[Oorspronkelijke bestanden verwijderen na het overspelen]
Als deze optie geselecteerd is, worden onbeveiligde bestanden automatisch verwijderd van het bronapparaat nadat deze met succes werden overgezet naar de computer. Beveiligde bestanden worden niet verwijderd.
Deze optie is standaard uitgeschakeld.
[Doelmap in het volgende programma openen]
Als deze optie geselecteerd is, wordt de bestemmingsmap na het overzetten automatisch geopend in het geselecteerde programma. Het standaardprogramma is ViewNX-i; het venster van ViewNX-i wordt geopend na het overzetten. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Raadpleeg “De doelmap in een ander programma openen” voor meer informatie over het kiezen van een ander programma.
Het geselecteerde programma wordt niet gestart als [Alleen nieuwe bestanden overspelen] geselecteerd is en alle beelden op de geheugenkaart of in het interne geheugen voordien reeds werden overgezet.
“Verbinding automatisch verbreken na het overspelen” gebruiken wanneer een apparaat voor massaopslag is aangesloten
Wanneer u gegevens overbrengt van meerdere geheugenkaarten die zich in een apparaat voor massaopslag bevinden, wordt voor elke aanwezige geheugenkaart een apparaatknop voor een verwijderbare schijf weergegeven nadat u het apparaat hebt aangesloten op de pc.
Als het selectievakje “Verbinding automatisch verbreken na het overspelen” is ingeschakeld, worden automatisch alle geheugenkaarten losgekoppeld nadat de overdrachtbewerking van de eerste geheugenkaarten is voltooid.
Als u door wilt gaan met het overdragen van gegevens van de resterende geheugenkaarten, schakelt u het selectievakje uit voordat u de bewerking uitvoert om te voorkomen dat na elke overdracht alle geheugenkaarten worden losgekoppeld.