Grootte lettertype

  • K
  • M
  • L

De weergave van metagegevens aanpassen

U kunt bepalen welke items van [Bestands-/Camera-gegevens]/[XMP/IPTC-gegevens] worden weergegeven op het palet [Aanpassingen/Metagegevens]. U kunt enkel vaak gebruikte items weergeven of ze in hun gebruiksvolgorde rangschikken.
Voor meer informatie over het weergeven van details in elk venster op het palet [Aanpassingen/Metagegevens], raadpleegt u “Metagegevens tonen”.

De methode selecteren om metagegevens te tonen

U kunt alle items van metagegevens tonen of alleen basisitems weergeven.
  1. Klik op rechts van [Bestands-/Camera-gegevens] / [XMP/IPTC-gegevens] om het gewenste item te selecteren.
    De getoonde items worden gewijzigd.
    [Alle informatie] of [Basisinformatie] kan worden geselecteerd.

De items van metagegevens weergeven/verbergen of de volgorde ervan aanpassen

U kunt voor elk item van [Bestands-/Camera-gegevens]/[XMP/IPTC-gegevens] instellen of het wordt weergegeven of verborgen en de weergavevolgorde ervan bepalen.
Deze instellingen kunnen worden geregistreerd als een voorinstelling.
  1. Klik op rechts van [Bestands-/Camera-gegevens] / [XMP/IPTC-gegevens] en selecteer [Pas aan...] in de keuzelijst.
    Het instelscherm verschijnt.
  1. Klik op [Nieuw].
    Een nieuwe voorinstelling wordt aangemaakt onder [Aangepaste instellingen:].
  1. Kies welke items worden weergegeven en in welke volgorde deze worden weergegeven.
    Stel de instellingen als volgt in:
    • Vink bij [Weer te geven items:] de items aan die u wilt weergeven en vink de items uit die u wilt verbergen.
    • Selecteer bij [Weer te geven items:] de gewenste items en klik op of om de volgorde ervan te wijzigen.
    • Telkens wanneer u op een itemnaam klikt, schakelt de status van het item tussen “geselecteerd” en “niet geselecteerd”. U kunt meerdere items selecteren.
  1. Klik op [OK].
    De instellingen worden geregistreerd als een voorinstelling.
    Klik op rechts van [Bestands-/Camera-gegevens]/[XMP/IPTC-gegevens] en zoek de geregistreerde voorinstelling in de keuzelijst. Wanneer de voorinstelling geselecteerd is, worden de getoonde items gewijzigd.
Voorinstellingen beheren
Om een voorinstelling te bewerken of te verwijderen, geeft u het venster [Aangepaste instellingen voor het palet Bestands-/Camera-gegevens]/[Aangepaste instellingen voor het palet XMP/IPTC] weer.
  • Voorinstellingen bewerken
  • Selecteer de voorinstelling die u wilt bewerken, ga terug naar stap 3 hierboven (voor het instellen van welke items moeten worden weergegeven en hun weergavevolgorde) en voer de instructies uit.
  • Namen van voorinstellingen wijzigen
  • Selecteer in de lijst met voorinstellingen de voorinstelling waarvan u de naam wilt wijzigen en klik nogmaals op de voorinstelling. U kunt nu de naam wijzigen.
  • Voorinstellingen dupliceren
  • Selecteer in de lijst met voorinstellingen de voorinstelling die u wilt dupliceren en klik op [Dupliceren]. Er wordt een kopie aangemaakt van de voorinstelling met een volgnummer toegevoegd aan het einde van de oorspronkelijke naam. Deze functie is handig als u een nieuwe voorinstelling wilt maken door een bestaande voorinstelling te wijzigen.
  • Voorinstellingen verwijderen
  • Selecteer in de lijst met voorinstellingen de voorinstelling die u wilt verwijderen en klik op [Verwijderen].