Met de ML-L6 afstandsbediening kunt u films opnemen en foto's maken terwijl u zelf op enige afstand van de camera blijft.

Onderdelen en functies van de afstandsbediening

Deksel van het batterijvak

  Onderdeel Functie
1 Aan-uitknop

Hiermee schakelt u de afstandsbediening in en uit, en brengt u de koppeling met de camera tot stand.

Hiermee wordt ook de camera uitgeschakeld.

2 w-knop

Hiermee schakelt u de verbinding om van de afstandsbediening naar een gekoppeld smartapparaat.

Omschakelen van afstandsbediening naar smartapparaat

3 Statuslampje

Geeft de opnamestatus weer (samen met de statuslampjes op de camera zelf).

  • Rood brandt: Er wordt een film opgenomen in de stand Standaardfilm.
  • Rood knippert driemaal en blijft dan branden: Er wordt een film opgenomen in de stand Superlapsefilm, Lusopname of Time-lapse-film.
  • Licht groen op en gaat dan uit: Er wordt een foto vastgelegd.
4 Fotoknop

Hiermee maakt u een foto.

U kunt er de camera ook mee inschakelen.

Opnamen maken met een afstandsbediening

5 Filmknop

Hiermee start/stopt u een filmopname.

U kunt er de camera ook mee inschakelen.

Opnamen maken met een afstandsbediening

Opmerkingen over het gebruik van de afstandsbediening

De afstandsbediening kan niet worden gebruikt onder water.

De batterij in de afstandsbediening plaatsen

Plaats een lithiumbatterij van 3 volt (type CR2032) in de afstandsbediening.

  • Draai het deksel van het batterijvak met een muntstuk () linksom () en open het deksel.
  • Plaats de batterij met de pluspool naar boven (). Zorg ervoor dat de batterij goed vastzit in het midden van het batterijvak ().
  • Lijn het teken N op het deksel van het batterijvak uit met het teken R op de afstandsbediening () en druk het deksel van het batterijvak aan met uw duimen (). Het deksel van het batterijvak draait een klein stukje rechtsom en stopt dan ().
  • Draai het deksel van het batterijvak met een muntstuk rechtsom () om het te sluiten. Controleer of het teken X op het deksel van het batterijvak samenvalt met het teken R op de afstandsbediening ().

Opmerkingen over het sluiten van het deksel van het batterijvak

Zorg ervoor dat er geen vreemde substanties zitten aan de binnenkant van het deksel van het batterijvak. Als u deze waarschuwing niet in acht neemt, kan dit ten koste gaan van de werking en kan er water in de afstandsbediening komen.

De camera en afstandsbediening koppelen

Voordat de afstandsbediening voor het eerst wordt gebruikt, moet deze met de camera worden gekoppeld.

  • De camera kan maar aan één afstandsbediening tegelijk zijn gekoppeld. Wanneer u de camera koppelt aan een andere afstandsbediening, kan alleen de laatst gekoppelde afstandsbediening worden gebruikt.
  1. Controleer of zowel het camera-aan-lampje van de camera als het statuslampje van de afstandsbediening uit is.

  2. Houd de fotoknop op de camera (ongeveer 7 seconden) ingedrukt.

    • Houd de fotoknop ingedrukt totdat de groene statuslampjes tegelijk beginnen te knipperen, ook al hebt u het startgeluid al gehoord.
    • De groene statuslampjes knipperen even tegelijk en daarna beginnen ze afwisselend te knipperen (de camera gaat in de stand-bystand voor koppeling).

  3. Houd de aan-uitknop op de afstandsbediening (minstens 3 seconden) ingedrukt.

    • Houd de aan-uitknop ingedrukt totdat het statuslampje op de afstandsbediening in plaats van snel langzaam begint te knipperen.
    • Als de koppeling lukt, houdt het statuslampje op de afstandsbediening op met langzaam knipperen en gaat het uit.

    • Als de koppeling mislukt, knipperen de rode statuslampjes op de camera zesmaal tegelijk. Voer de procedure opnieuw uit vanaf stap 1.

Voor informatie over het gebruik van een afstandsbediening raadpleegt u Opnamen maken met een afstandsbediening.

Opnamen maken met een afstandsbediening

Voordat u de afstandsbediening kunt gebruiken, moet u een koppeling met de camera tot stand brengen (ADe camera en afstandsbediening koppelen).

  1. Houd de aan-uitknop op de afstandsbediening (ongeveer 1 seconde) ingedrukt om de afstandsbediening in te schakelen.

    • Het statuslampje op de afstandsbediening begint snel te knipperen.

      Zodra u de knop langer dan 3 seconden ingedrukt houdt, knippert het statuslampje niet meer snel maar langzaam. Wanneer het statuslampje langzaam knippert, moet u de aan-uitknop op de afstandsbediening eerst ingedrukt houden om het knipperen te laten stoppen en de procedure daarna opnieuw uitvoeren vanaf stap 1.

  2. Druk op de foto- of filmknop op de afstandsbediening om de camera in te schakelen.

    • U kunt ook de filmknop op de camera (ongeveer 3 seconden) ingedrukt houden om de camera in te schakelen.

    • Als de verbinding lukt, houdt het statuslampje op de afstandsbediening op met snel knipperen en gaat het uit.

  3. Druk op de foto- of filmknop op de afstandsbediening om opnamen te maken.

    • Om een filmopname te stoppen drukt u nogmaals op de filmknop op de afstandsbediening.
    • Om de afstandsbediening uit te schakelen houdt u de aan-uitknop op de afstandsbediening (ongeveer 1 seconde) ingedrukt. Wanneer het camera-aan-lampje op de camera uitgaat, gaan de camera en afstandsbediening uit.

Omschakelen van afstandsbediening naar smartapparaat

De camera kan niet worden bediend door de afstandsbediening en een smartapparaat tegelijk.

Volg de onderstaande procedure om de verbinding om te schakelen naar een gekoppeld smartapparaat.

  1. Volg de procedure Opnamen maken met een afstandsbediening van stap 1 tot en met 2 om een verbinding tot stand te brengen tussen de camera en de afstandsbediening.

  2. Houd de w-knop op de afstandsbediening (minstens 3 seconden) ingedrukt.

    • De verbinding tussen de camera en de afstandsbediening wordt verbroken.
    • De groene statuslampjes op de camera knipperen tegelijk (eenmaal in de 5 seconden) totdat de verbinding tussen de camera en het smartapparaat wordt hersteld.

  3. Start SnapBridge 360/170 op een gekoppeld smartapparaat.

    • Zodra de verbinding omschakelt naar een smartapparaat, wordt het pictogram B weergegeven in het scherm a Verbinding maken.
    • Wanneer de verbinding omschakelt naar het smartapparaat, stoppen de statuslampjes op de camera met knipperen en gaan ze uit.

Omschakelen van een smartapparaat naar een afstandsbediening

U kunt de verbindingen omschakelen van een smartapparaat naar een gekoppelde afstandsbediening door SnapBridge 360/170 M tab c Camera M Opties voor afstandsbediening M Verbinding kiezen te selecteren.

Opmerkingen over waterdichtheid van de afstandsbediening

De afstandsbediening voldoet aan JIS/IEC-waterdichtheidsgraad 7 (IPX7) en het is bevestigd dat water niet binnensijpelt wanneer de camera gedurende 30 minuten op een diepte van 1 m onder water wordt gehouden.

  • De afstandsbediening mag niet onder water worden gebruikt.

Opmerkingen over condensatie en waterdichtheid van de afstandsbediening

  • Laat de afstandsbediening niet vallen, sla de afstandsbediening niet tegen een hard voorwerp zoals een rots, of gooi de afstandsbediening niet op het wateroppervlak.
  • Breng de afstandsbediening niet onder water.

    • Als de afstandsbediening per vergissing in het water valt, dient u de afstandsbediening onmiddellijk op te nemen en af te vegen met een zachte droge doek.
  • Plaats geen natte accu in de afstandsbediening.

    • Open het deksel van het batterijvak niet wanneer de afstandsbediening of uw handen nat zijn. Daardoor kan er water in de afstandsbediening binnensijpelen, wat tot een storing kan leiden.
  • Als vocht zoals waterdruppels of een vreemde stof zich op de buitenzijde van de afstandsbediening hecht of in het deksel van het batterijvak, dient u dit onmiddellijk weg te vegen met een zachte droge doek.
  • Controleer of het deksel van het batterijvak stevig gesloten is.

    • Controleer of het deksel van het batterijvak in de stand CLOSE staat.
    • Controleer of er geen vreemde stof zoals pluis vastzit in het deksel van het batterijvak. Wanneer u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan er water in de afstandsbediening binnensijpelen.
  • Laat de afstandsbediening niet gedurende lange tijd achter bij koude temperaturen of bij warme temperaturen van 40°C.

    • Dit kan de waterdichtheid van de afstandsbediening aantasten.
  • Breng de afstandsbediening niet plots naar een omgeving met hoge vochtigheid als ze gedurende lange tijd heeft blootgestaan aan extreme koude.

    • Condens kan zich in de afstandsbediening vormen.