1. Druk op de film- of fotoknop.

    • Wanneer u de film- of fotoknop ingedrukt houdt wanneer de camera uit is, wordt de camera automatisch ingeschakeld en wordt meteen met opnemen begonnen.
    • Tijdens het opnemen van de film branden de rode statuslampjes tegelijk. Om de opname te stoppen drukt u nogmaals op de filmknop. De rode statuslampjes knipperen tegelijk tijdens het opslaan van de film.

    • Wanneer de fotoknop wordt ingedrukt, is het sluitergeluid te horen. Wanneer Zelfontspanner is ingesteld op 2 sec. of 10 sec., piept de camera om aan te geven dat de zelfontspanner wordt geactiveerd. Daarna is het sluitergeluid te horen. De groene statuslampjes knipperen tegelijk tijdens het opslaan van de foto.

Opmerkingen over het maken van opnamen

Opmerkingen over het maken van opnamen

  • Voordat u begint met opnemen, controleert u de richting van de camera. De zijde met het Nikon- en KeyMission 360-logo is de voorkant. Onderwerpen die aan de voorkant zichtbaar worden, worden tijdens het afspelen weergegeven in het midden van het beeld.
  • Wanneer u opnamen maakt met de hand, zullen uw handen te zien zijn in de beelden. Deze camera maakt immers 360°-beelden. Ga op de volgende manieren te werk om dit zo veel mogelijk te voorkomen.

  • De camera is mogelijk niet in staat om onderwerpen op te nemen op een afstand van minder dan 60 cm van de boven-, onder- en zijkant van de camera, aangezien het onderwerp zich dan buiten de beeldhoek bevindt (het gebied dat zichtbaar is in het kader). Richt het objectief goed op het belangrijkste onderwerp tijdens het maken van opnamen.
  • Als er vlekken op de lensbescherming of onderwater-lensbescherming zitten, zoals vingerafdrukken, zijn deze ook te zien in de beelden die u vastlegt. Beelden kunnen er ook onscherp door worden. Veeg vlekken weg met een zachte, droge doek voordat u begint met opnemen.
  • Wanneer het contrast hoog is tussen onderwerpen in het objectief vóór en onderwerpen in het objectief achter, kan de camera niet de juiste belichting bepalen. Pas de helderheid aan door SnapBridge 360/170 (ALijst met instellingen) M tab c Camera M Camera-instellingen M Opname-opties M Opname-opties M Belichtingscompensatie te selecteren.
  • Onder sommige opnameomstandigheden kunnen randen te zien zijn of sluiten beelden aan de randen mogelijk niet perfect op elkaar aan.

Werken met de camera onder water

  • Breng de onderwater-lensbescherming aan wanneer u de camera onder water gebruikt (ADe lensbescherming/onderwater-lensbescherming bevestigen). Ook al gebruikt u onder water de lensbescherming, de opnamen die u maakt kunnen onscherp zijn.
  • Selecteer SnapBridge 360/170 (ALijst met instellingen) M tab c Camera M Camera-instellingen M Opname-opties M Foto's M stel Onder water in op Ja.
  • Draadloze communicatie is niet beschikbaar wanneer de camera zich onder water bevindt. Ook kunt u de afstandsbediening niet gebruiken.
  • Op een bepaalde afstand lukt het niet meer om opnamen te maken onder water. Dit komt doordat de beelden worden vergroot (vergeleken met de opnamen die u maakt op het land). Dit betekent dat u geen 360°-beelden kunt vastleggen.

Opmerkingen over het opslaan van films en foto's

De rode of groene statuslampjes knipperen tegelijk tijdens het opslaan van films of foto's. Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet en verwijder de batterij of geheugenkaart niet. Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens verloren gaan, of de camera of geheugenkaart beschadigd raken.

Films die meer dan 4 GB groot zijn

Wanneer een film met een bestandsgrootte van meer dan 4 GB wordt opgenomen, wordt de film opgesplitst in bestanden met een maximale grootte van 4 GB per stuk.

Maximale filmopnametijd

De beschikbare opnametijd voor één film hangt af van de resterende ruimte op de geheugenkaart.

  • De resterende opnametijd voor één film wordt weergegeven in het opnamescherm van SnapBridge 360/170.
  • De daadwerkelijke resterende opnametijd kan variëren afhankelijk van de filminhoud, beweging van het onderwerp of type geheugenkaart.
  • Gebruik een microSDXC-geheugenkaart met een SD-snelheidsklasse van 6 of hoger voor het opnemen van films.

    • Gebruik een geheugenkaart met een UHS-snelheidsklasse van 3 of hoger wanneer een beeldformaat/beeldsnelheid van 2160/24p (4K UHD) of 1920/24p wordt gebruikt.
    • Als een geheugenkaart met een lagere snelheidsklasse wordt gebruikt, kan de filmopname plotseling worden onderbroken.

Cameratemperatuur

  • Het is mogelijk dat de camera heet wordt tijdens het opnemen van films gedurende een langere tijd of bij gebruik van de camera in een warme omgeving.
  • Als de temperatuur in de camera extreem hoog wordt tijdens het opnemen van een film, beginnen de rode statuslampjes snel tegelijk te knipperen en wordt de opname automatisch gestopt.
    Nadat de camera stopt met opnemen, schakelt deze zichzelf uit.
    Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is afgekoeld.

Films die meer dan 4 GB groot zijn

Films die meer dan 4 GB groot zijn

Opmerkingen over filmopname

Opmerkingen over opgenomen films

  • De volgende verschijnselen kunnen worden opgeslagen in films.

    • Er kunnen strepen voorkomen in afbeeldingen onder tl-licht, kwikdamplampen of natriumdamplampen.
    • Onderwerpen die snel van de ene kant van het kader naar de andere bewegen, zoals een rijdende trein of auto, kunnen scheef lijken.
    • De hele film kan vervormd lijken als de camera bewogen wordt.
    • Verlichting of andere heldere delen kunnen restbeelden achterlaten wanneer de camera bewogen wordt.
  • Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp, kunnen gekleurde strepen verschijnen bij onderwerpen met herhalende patronen (stoffen, vensters met kleine ruitjes enz.) tijdens het opnemen en afspelen van films. Dit gebeurt wanneer het patroon in het onderwerp en de lay-out van de beeldsensor onderling voor interferentie zorgen. Dit is geen storing.