Serieverwerking

De optie Bestand > Serieverwerking kan worden gebruikt om dezelfde beeldaanpassingen op alle foto’s in een geselecteerde map uit te voeren en exporteer de verwerkte beelden vervolgens in een geselecteerde indeling. Opties voor serieverwerking worden hieronder getoond.

Bronmap

Klik op Bladeren om een bronmap te kiezen. Selecteer Inclusief submappen om alle beelden in submappen onder de geselecteerde map in te sluiten.

Aanpassingen toepassen

Selecteer Huidige aanpassingen om de beelden te verwerken met behulp van de aanpassingen voor het huidige beeld. Kies, om aanpassingen toe te passen die eerder zijn opgeslagen via de aanpassingenmanager, Importeren uit en klik op Bladeren om een aanpassingenbestand te kiezen. Kies Aanpassingen van elk bestand behouden om de beelden in de geselecteerde map in een ander formaat te exporteren zonder de instellingen te wijzigen die momenteel zijn geselecteerd voor elk beeld.

Indeling

Selecteer het formaat waarin de verwerkte bestanden worden opgeslagen. Kies uit JPEG, TIFF (8-bits) en TIFF (16-bits).

Kwaliteit (alleen JPEG)

Gebruik de schuifbalk of het keuzemenu om een waarde te kiezen. Hoe hoger de waarde, des te lager de compressieverhouding en des te hoger de beeldkwaliteit; hoe lager de waarde, des te hoger de compressieverhouding en des te kleiner de bestandsgrootte.

LZW-compressie (alleen TIFF)

Comprimeer TIFF-bestanden met behulp van LZW-compressie “zonder verlies”.

Door LZW-compressie wordt soms de bestandsgrootte vergroot wanneer toegepast op 16-bits beelden.

Opgegeven

Selecteer deze optie om de uitvoerresolutie te kiezen.

ICC-profiel insluiten

Selecteer deze optie om het huidige kleurenprofiel in elk beeld in te sluiten.

Formaat opgegeven

Selecteer deze optie om het formaat van foto’s te wijzigen die zijn opgeslagen in het nieuwe formaat. Het nieuwe formaat kan worden ingevoerd in pixels, centimeters of inches. Wanneer u een waarde invoert voor Lange zijde of Korte zijde, zal de resterende waarde automatisch worden aangepast om de originele beeldverhouding te behouden.

Doel

Selecteer Bronmap gebruiken om de verwerkte bestanden op te slaan in de huidige map. Verwijder het vinkje voor deze optie en klik op Bladeren om een andere map te kiezen. Om de verwerkte bestanden onder dezelfde namen als de originelen op te slaan, selecteer Bestandsnamen niet wijzigen (als een bestand met dezelfde naam en extensie al bestaat in de huidige map, wordt het verwerkte bestand hernoemd door een getal aan de bestandsnaam toe te voegen); verwijder het vinkje voor deze optie en klik op Bewerken om andere namen te kiezen.

Het klikken op Starten start het verwerken en geeft een voortgangsvenster weer. De voortgang kan worden bekeken in de tabbladen In wachtrij en Verwerkt.

Bron

Een lijst met de bestanden die wachten op verwerking of al zijn verwerkt.

Automatisch openen/sluiten

Het verwijderen van het vinkje voor deze optie verbergt het voortgangsvenster. Het voortgangsvenster kan worden weergegeven door de -knop in te drukken in de werkbalk.

Verwijderen

Klik om het bestand geselecteerd in het tabblad In wachtrij uit de wachtrij te verwijderen, of om het logbestand te verwijderen voor het bestand geselecteerd in het tabblad Verwerkt.

Map bekijken

Open de doelmap in de bestandsbrowser van het besturingssysteem.