Nikon

De tool Picture Controls (HLG)

Pas Picture Control-instellingen aan voor het HDR-toonbereik. Houd er rekening mee dat deze tool alleen beschikbaar is voor RAW-foto's of samengevoegde pixel shift foto’s die zijn gemaakt met HLG ingeschakeld op camera's die toonmodusselectie ondersteunen.

Kleurverwerkingsproces
Deze instelling kan niet worden geselecteerd omdat deze is vastgezet op dezelfde instelling voor [Kleurverwerkingsproces] onder [RAW-verwerking] in het dialoogvenster voorkeuren (0 Het dialoogvenster Opties/Voorkeuren, [RAW-verwerking]).
Picture Control
Kies een Picture Control voor de foto's in de huidige selectie.
Picture Control-parameters

Pas Picture Control-parameters aan (0 Picture Control (HLG) parameters). Houd er rekening mee dat zelfs in het geval van foto's die gemaakt zijn onder vergelijkbare omstandigheden, de resultaten kunnen variëren afhankelijk van belichting en de positie en het formaat van het onderwerp in het kader.

Let op: inschakelen of uitschakelen van “Aanpassen met behulp van HDR”

Door het inschakelen of uitschakelen van [Aanpassen met behulp van HDR] worden alle Picture Control-instellingen gereset.

  • Door het uitschakelen van [Aanpassen met behulp van HDR] na het kiezen van [[HLG SD] Standaard], [[HLG MC] Monochroom] of [[HLG FL] Vlak] voor [Picture Control instellen (HLG)] wordt de selectie gewijzigd naar de overeenkomstige [Picture Control]-optie, respectievelijk [Standaard], [Monochroom] of [Gelijkmatig].
[Opnieuw instellen]
Reset alle parameters naar hun standaardwaarden.

Picture Control (HLG) parameters

Pas Picture Control-parameters aan. De beschikbare parameters zijn afhankelijk van de geselecteerde Picture Control.

[Snelle verscherping]

Pas snel niveaus aan voor gebalanceerd [Verscherpen], [Verscherp. middenbereik] en [Lokaal contrast]. De verschillende verscherpingsparameters kunnen ook handmatig worden aangepast.

  • [Verscherpen]: regel de scherpte van details en omtreklijnen.
  • [Verscherp. middenbereik]: pas de scherpte van patronen en lijnen aan op detailniveaus tussen de patronen waarop [Verscherpen] en [Lokaal contrast] van toepassing zijn.
  • [Lokaal contrast]: pas de algehele scherpte en de scherpte van dikkere omtreklijnen aan zonder de helderheid of het dynamisch bereik te beïnvloeden.
[Contrast]
Contrast aanpassen. Kies lagere waarden voor minder contrast, hogere waarden voor meer contrast.
[Hoge lichten]
Pas helderheid aan in heldere delen van de foto (hoge lichten). Kies hogere waarden voor meer helderheid.
[Schaduwen]
Pas helderheid aan in donkere delen van de foto (schaduwen). Kies hogere waarden voor meer helderheid.
[Verzadiging]
Regel de levendigheid van kleuren. Kies lagere waarden voor meer gedempte kleuren en hogere waarden voor levendigere kleuren.
[Tint]
Kleurtoon aanpassen.
[Filtereffecten]
Boots de effecten van kleurfilters op monochrome foto's na. Deze parameter is alleen beschikbaar met de Picture Control [[HLG MC] Monochroom].
[Toon]
Kies een basiskleurtoon (M-G) voor resultaten die de effecten nabootsen van het afdrukken van foto's op gekleurd papier. Deze parameter is alleen beschikbaar met de Picture Control [[HLG MC] Monochroom].
[Verzadiging aanpassen]
Kies de verzadiging van de kleurtoon (M-G) die is geselecteerd voor [Toon]. Deze parameter is alleen beschikbaar met de Picture Control [[HLG MC] Monochroom]. Houd er echter rekening mee dat verzadiging niet kan worden aangepast wanneer [Zwart-wit] is geselecteerd voor [Toon].