Het livebeeldvenster

Wanneer u verbinding maakt met een camera die de livebeeldfunctie van NX Tether ondersteunt, klikt u op [Lv] om het livebeeldvenster weer te geven.

  • [Lv] verschijnt niet als de verbonden camera geen livebeeld ondersteunt.

  1. Livebeeld inschakelen: Klik om het livebeeldvenster weer te geven of te verbergen.
  2. Histogram tonen: Klik om het histogram () weer te geven of verbergen op de livebeeldweergave.

  3. Zoomoverzichtsnavigatie weergeven: Klik hierop om de zoomoverzichtsnavigatie () in het livebeeldvenster weer te geven of verbergen.
  4. Scherpstelpunten tonen: Klik om de scherpstelpunten () op de livebeeldweergave weer te geven of verbergen.
  5. Raster tonen: Klik om de rasters op de livebeeldweergave weer te geven of verbergen.

    • De rasterinstellingen kunnen worden aangepast in het tabblad [Opties] > [Lv] in het menu [Gereedschappen] (Het scherm [Opties]).
  6. Hoge lichten tonen: Het selecteren van dit item () duidt hoge lichten (gebieden die mogelijk overbelicht zijn) aan op de livebeeldweergave met een zebrapatroon.
  7. Virtuele horizon tonen: Klik om de virtuele horizon () op de livebeeldweergave weer te geven of te verbergen.
  8. Opname-informatie tonen: Klik om de opname-informatie () op de livebeeldweergave weer te geven of verbergen.

  9. [Autom. draaien]: Met dit item wordt de livebeeldweergave gedraaid om overeen te komen met de camera wanneer deze in de oriëntatie “staand” (portret) wordt gedraaid.
  10. Draaien: Klik om de livebeeldweergave 90° rechtsom of 90° linksom te draaien.
  11. Originele richting (Geen rotatie): Klik om de livebeeldweergave naar de oorspronkelijke (liggende) positie te draaien, zelfs als de camera in de portretpositie wordt gehouden. [Autom. draaien] wordt automatisch uitgeschakeld wanneer deze optie wordt geselecteerd.
  12. Beeld passend maken in venster: Klik om de volledige livebeeldweergave weer te geven.
  13. Inzoomen/uitzoomen: Bij elke klik zoomt de livebeeldweergave in of uit.
  14. Full-frame weergave: Klik om het livebeeldvenster in volledig scherm weer te geven. In full-frame weergave zijn alleen de livebeeldweergave en de knop “Beeld passend maken in venster” beschikbaar, en wordt geen andere informatie weergegeven. Klik opnieuw op deze knop of druk op de escape-toets om de full-frame weergave af te sluiten.
  15. Beeldveld bij livebeeld: Klik op de livebeeldweergave om het scherpstelpunt naar de geselecteerde positie voor scherpstelling en belichtingsregeling te verplaatsen.

    • Als [Automatisch veld-AF] of [AF met meevolgende scherpstelling] is geselecteerd voor AF-veldstand, zal de scherpstelling beginnen met het volgen van het onderwerp op het geselecteerde punt.
    • Acties wanneer u op de livebeeldweergave klikt, kunnen worden aangepast in het tabblad [Opties] > [Lv] in het menu [Gereedschappen] (Het scherm [Opties]).
  16. Histogram: Het histogram voor de livebeeldweergave.
  17. Navigatie zoomoverzicht: Geeft het gebied aan dat zichtbaar is met een kader wanneer op de livebeeldweergave wordt ingezoomd. Sleep of klik op het kader om de weergave in het weergavegebied naar een ander gebied van het beeld te schuiven.
  18. Scherpstelpunten: Huidige scherpstelpunt(en).
  19. Virtuele horizon: De virtuele horizon die informatie aanduidt over de horizontale en verticale hoek van de camera.
  20. Opname-informatie: Opname-informatie, inclusief belichting en batterijniveau van de camera.
  21. [AF]: Klik om scherp te stellen op het huidige scherpstelpunt.
  22. Scherpstelpositie: Klik op de knoppen om de scherpstelpositie te verplaatsen. De richting en mate van verplaatsing zijn, van links naar rechts: naar de camera toe bewegen in hoge, gemiddelde of geringe mate en van de camera af bewegen in geringe, gemiddelde of hoge mate.
  23. Volgen beëindigen: Klik om meevolgende scherpstelling te stoppen wanneer [Automatisch veld-AF] of [AF met meevolgende scherpstelling] is geselecteerd voor AF-veldstand.
  24. Spot-witbalans: Klik om de meetmodus handmatige voorinstelling in te schakelen wanneer [Voorinstelling]  witbalans is geselecteerd.

    • Klik op de livebeeldweergave om de witbalans te meten in de meetmodus handmatige voorinstelling.
    • Klik nogmaals op de knop om de meetmodus handmatige voorinstelling te beëindigen.
    • Spot-witbalans wordt uitgeschakeld in de volgende gevallen en de meting handmatige voorinstelling is niet beschikbaar.

      • In fotostand (Nikon Z-serie camera's)
      • Wanneer [Knoppen op camera inschakelen] is ingeschakeld in het menu [Camera]
  25. Zoomstand: Klik op de knoppen om de zoomstand te verplaatsen wanneer een elektrisch bediend zoomobjectief is bevestigd.

    • Klik op [W] om uit te zoomen en op [T] om in te zoomen.
    • Gebruik het vervolgkeuzemenu om de mate van verplaatsing van de zoomstand in te stellen.