U moet de camera en het smartapparaat opnieuw koppelen als u het koppelen heeft beëindigd door een van de volgende opties te selecteren:
Voordat u verbinding maakt
Voordat u verbinding maakt, schakel Bluetooth in zoals beschreven in de documentatie die is meegeleverd met het smartapparaat.
Draadloze verbindingen tussen camera’s en smartapparaten die NFC ondersteunen, kunnen eenvoudig tot stand worden gebracht door de twee apparaten gelijktijdig aan te raken.
Voordat u verbinding maakt
Voordat u verbinding maakt, schakel NFC in zoals beschreven in de documentatie die is meegeleverd met het smartapparaat.
Selecteer Verbind. M. smartapp. op de camera. Een bericht zoals hieronder aangeduid, wordt weergegeven; markeer Opties, druk op OK en raak vervolgens de NFC-antenne van het smartapparaat naar het -logo van de camera (N-Mark) aan. SnapBridge 360/170 wordt automatisch gestart. Zie de camerahandleiding voor informatie over het gebruik van de camera.
NFC-antennes
Voor informatie over de locatie van de NFC-antenne, zie de documentatie meegeleverd met het smartapparaat.
Na te hebben gecontroleerd of het smartapparaat dezelfde verificatiecode weergeeft ﴾wachtwoordcode﴿ als de camera, selecteer OK op de camera (markeer OK met behulp van de multi-selector en druk op de OK-knop) en tik op KOPPELEN op het smartapparaat om het koppelen te starten.
Volg de instructies op het scherm om verbinding te maken zodra het koppelen is voltooid.
Houd ten minste 7 seconden de camerafilmknop ingedrukt om de camera gereed te maken voor koppelen.
Raak de NFC-antenne van het smartapparaat aan naar het -logo van de camera (N-Mark). SnapBridge 360/170 wordt automatisch gestart.
NFC-antennes
Voor informatie over de locatie van de NFC-antenne, zie de documentatie meegeleverd met het smartapparaat.
Tik op KOPPELEN op het smartapparaat om het koppelen te starten. Volg de instructies op het scherm om verbinding te maken zodra het koppelen is voltooid.
Om het smartapparaat naar de camera te laten zoeken, schakel de camera in en volg de onderstaande stappen.
Selecteer Verbind. M. smartapp. op de camera. Een bericht zoals hieronder aangeduid, wordt weergegeven; markeer, met behulp van de multi-selector, Opties, druk op OK en markeer vervolgens Volgende en druk op OK. Zie de camerahandleiding voor informatie over het gebruik van de camera.
Start SnapBridge 360/170 op het smartapparaat, tik op Verbindingsopties in het tabblad Verbinding maken en tik op de cameranaam.
Selecteer, na te hebben gecontroleerd of het smartapparaat dezelfde verificatiecode weergeeft (wachtwoordcode) als de camera, OK op de camera (markeer OK met behulp van de multi-selector en druk op de OK-knop) en tik op KOPPELEN op het smartapparaat om het koppelen te starten.
Volg de instructies op het scherm om verbinding te maken zodra het koppelen is voltooid.
Houd ten minste 7 seconden de camerafilmknop ingedrukt om de camera gereed te maken voor koppelen.
Start SnapBridge 360/170 op het smartapparaat, tik op Verbindingsopties in het tabblad Verbinding maken en tik op de cameranaam.
Tik op KOPPELEN op het smartapparaat om het koppelen te starten. Volg de instructies op het scherm om verbinding te maken zodra het koppelen is voltooid.
U moet de camera en het smartapparaat opnieuw koppelen als u het koppelen heeft beëindigd door een van de volgende opties te selecteren:
Voordat u verbinding maakt
Voordat u verbinding maakt, schakel Bluetooth in zoals beschreven in de documentatie die is meegeleverd met het smartapparaat.
Selecteer Verbind. M. smartapp. op de camera. Een bericht zoals hieronder aangeduid, wordt weergegeven; markeer, met behulp van de multi-selector, Opties, druk op OK en markeer vervolgens Volgende en druk op OK. Zie de camerahandleiding voor informatie over het gebruik van de camera.
Start SnapBridge 360/170 op het smartapparaat, tik op Verbindingsopties in het tabblad Verbinding maken, tik op de cameranaam en tik nogmaals op de cameranaam als daarom wordt gevraagd.
Selecteer, na te hebben gecontroleerd of het smartapparaat dezelfde verificatiecode weergeeft (wachtwoordcode) als de camera, OK op de camera (markeer OK met behulp van de multi-selector en druk op de OK-knop) en tik op Koppel op het smartapparaat om het koppelen te starten.
Volg de instructies op het scherm om verbinding te maken zodra het koppelen is voltooid.
Houd ten minste 7 seconden de camerafilmknop ingedrukt om de camera gereed te maken voor koppelen.
Start SnapBridge 360/170 op het smartapparaat, tik op Verbindingsopties in het tabblad Verbinding maken, tik op de cameranaam en tik nogmaals op de cameranaam als daarom wordt gevraagd.
Tik op Koppel op het smartapparaat om het koppelen te starten. Volg de instructies op het scherm om verbinding te maken zodra het koppelen is voltooid.